Over onsNieuwsVijf kleuren per bos, daar streven we naar
16 maart 2021

Vijf kleuren per bos, daar streven we naar

In het Noordhollandse Stompetoren runnen vader en zoon tulpenkwekerij J. van der Burg. De hobby van vader Jos groeide uit tot een professioneel bedrijf. ‘Ik begon met één bakkie. Nu hebben we 2,5 hectare en een eigen tulpenras: Susanneke.’

Jos van der Burg (63) komt uit een groot agrarisch gezin. Ondernemen leek hem wel wat. “Ik wilde iets voor mezelf. Ik dacht dat ik dat wel kon.” Het werden tulpen. Hij huurde een stuk land en begon samen met zijn vrouw met ‘één bakkie’. Tegenwoordig heeft het bedrijf 2,5 hectare en produceert het ongeveer een miljoen stelen per jaar.

Broeien op water
Alle tulpen die het bedrijf verlaten, zijn door Van der Burgs zelf ‘gefabriceerd’. Alles is eigen broei en kweek. “Heel luxe, eigenlijk. En ook leuk, want in de broei creëer je je eindproduct.” Als ze in een seizoen een keer te weinig gerooid hebben, dan kopen ze bollen bij om voldoende aantallen te kunnen broeien. Past de bol bij hun manier van werken, dan kopen ze er meer van. Vader en zoon houden erg van kleurrijk. Daan (31): “Wij leveren gemengde bossen aan Plantion. Minimaal vijf kleuren in een bos, dat is waar we altijd naar streven. Kleurrijke boeketten zijn welkom op de veiling, ze brengen altijd wat op. Bloemisten hebben er namelijk geen omkijken meer naar.”’ Het broeien gebeurt op water. Daar is Van der Burg senior al vroeg mee begonnen. Gewoon leidingwater heeft alles in zich wat de bol nodig heeft om in bloei te komen en om te vermeerderen, zegt hij. Een koelcel is voldoende om ongeveer vijftien weken de winterperiode na te bootsen. Daarna worden de bollen opgeprikt ‘met honderd in een bakkie’. Ze krijgen een klein laagje water en gaan naar een andere cel om in twee weken te bewortelen. Tot slot komen ze in de kas te staan om in drie tot vier weken bij zo’n 16 à 17 graden tot bloei te komen.

Afwisseling
In de stolpboerderij naast de kwekerij wonen vader en zoon (met diens gezin) naast elkaar. Daan: “Ik laat mijn kinderen hier opgroeien zoals ik hier ben opgegroeid. Maar we zijn een klein bedrijf en daar zijn er steeds minder van. Ik weet niet hoe het loopt, of mijn kinderen het willen overnemen. Zelf werkte ik ook eerst ergens anders en hielp ik mijn vader op drukke momenten. Vervolgens kreeg ik er steeds meer aardigheid in.” Waar zijn vader jaarrond aanwezig is, werkt Daan alleen in de periode december-maart op de kwekerij. “De overige maanden verhuur ik mijzelf als loonwerker in de onderwaterbouw. Een heel andere tak van sport.” Jos: “Wij houden wel van een beetje afwisseling. Altijd hetzelfde, dat is het ook niet.” Het is mooi om te zien, vertelt Daan, dat het zware werk eerst door zijn vader werd gedaan, en nu door hem. “Dat vind hij niet leuk. Maar hij komt er toch wel achter dat ik sterker ben…”

Susanneke
Waarom is Van der Burg eigenlijk klein gebleven? Jos: “In de jaren negentig moesten we keuzes maken. Veel bedrijven werden grootschaliger. Maar wij kunnen hier niet uitbreiden. Op deze plek zit meer land er niet in. Daarom blijven we klein en houden we alles zelf in de hand. Dat vind ik heel prettig. We werken voor de binnenlandse markt en dat gaat prima. Ik merk dat Plantion de ‘eigen aanvoer’ ook wel beschermt, voorrang geeft.” Drie jaar geleden was het feest in huize Van der Burg. Na jarenlang werk – het laten ontstaan van een nieuw tulpenras kost zo’n vijftien jaar – was het zover dat de tulp die Jos zelf had ontdekt, vermeerderd, gebroeid en gerooid, kon worden ingestuurd om officieel ‘benoemd’ te worden. Jos: “Het is een prachtige, parkietachtige tulp met een gekreukelde bloem.” Daan: “Ze heet Susanneke, een eerbetoon aan onze vrouwen die ons altijd bijstaan in het bedrijf. Mijn moeder heet Susan en mijn vrouw Anneke.” Jos: “Kunnen we daar ook geen ruzie om krijgen. We houden de boel zo mooi bij elkaar.”