Over onsNieuwsGelukkig in het groen
27 juli 2021

Gelukkig in het groen

Hovenier Herbert van der Zalm (49) en hoofd Groencentrum Plantion Paul Heijmink (58) hebben veel met elkaar gemeen. Ze zijn allebei dol op alles dat groeit en bloeit. “Terwijl ik zit te praten, zie ik vaak ineens op de achtergrond iets bijzonders aan een plant. Ik ben constant bezig met mijn vak”, zegt Van der Zalm. “Haha, dat heb ik nou ook”, reageert Heijmink.

Het verbaast dan ook niet dat de twee een goede klik hebben. Ze kennen elkaar al uit de tijd van Veiling Vleuten in Utrecht en raken niet uitgepraat over hun vak. “We zijn altijd aan het sparren als we elkaar hier treffen”, zegt hovenier Van der Zalm, tevens mede-eigenaar van de Stadskwekerij in Zaltbommel. “En het is niet alleen zakelijk, we hebben ook een persoonlijke klik”, vult Paul Heijmink aan. “Op het groencentrum komen heel veel kwekers en klanten. Door mijn fotografisch geheugen ken ik ze allemaal en weet ik wat ze willen. Ook mijn collega’s onthouden bijna alles, soms tot aan de kleinste details. Maar met Herbert klikt het echt. Ik ben ook weleens samen met hem in de Biesbosch wezen varen. Dat doe je niet met iedereen.”

Prettig voelen

Van der Zalm werkt sinds 2000 voor zichzelf als hovenier en nam elf jaar later in Zaltbommel de Stadskwekerij over. “Ik heb mijn hart verpand aan de kwekerij. Het is een prachtige plek met geschiedenis en gevoel. Dat vind ik belangrijk: dat je je ergens prettig voelt. Ik hoor ook van veel mensen dat ze het er aangenaam vinden. Dat is gelukkig zijn in het groen.” De hovenier uit Almkerk mag al lang in het vak zitten, elke dag leert hij nog dingen. “Ik ben altijd op zoek naar iets nieuws en hou van rariteiten. Dat is ook zo fijn in het contact met Paul. Die heeft diezelfde nieuwsgierigheid.” Zowel Heijmink als Van der Zalm moet wel wennen aan de druk die de coronatijd met zich meebrengt. “De laatste maanden is het echt een gekkenhuis”, zegt het hoofd Groencentrum. “Er is zoveel vraag vanuit de markt. Je wordt geleefd en soms zelfs gemangeld, de markt is overspannen.”

Drukte

Van der Zalm ervaart het ook. “Iedereen wil ineens van alles in de tuin. Wij hebben zeven mensen in dienst bij het hoveniersbedrijf en we kunnen het amper aan. De enorme vraag zorgt natuurlijk voor meer omzet, maar ik hoop dat het weer normaal wordt. Of dat ook zal gebeuren? Misschien blijven mensen meer gericht op hun tuin. Ik weet het niet, net als je maar moet zien of we straks misschien meer gaan thuiswerken en of de drukte in de natuur tijdelijk is geweest.” Allebei worden ze blij van de groeiende belangstelling van de nieuwe generatie voor de natuur. “Wauw, denk ik dan”, zegt Herbert van der Zalm. “Die jongeren van nu zijn veel meer back to nature, hebben oog voor biodiversiteit. Dat geeft hoop voor de toekomst.” Zelf anticipeert hij ook graag op een duurzamere omgang met de natuur. “Ik ben groot voorstander van de aanplant van bomen, voor CO2-opslag en voor schaduw. We hebben het nodig.”

Inspiratie

Ook daarin vinden de twee elkaar. Heijmink: “In het openbare gebied zie ik gemeenten weer terugkeren naar mooie beplanting in plaats van gras. Dat is goed. Het geeft mensen een prettig gevoel en het inspireert ook om er zelf wat mee te doen.” Van der Zalm knikt instemmend. “Ik ben een gevoelsmens, vind een groene omgeving belangrijk. Daarom ben ik ook in dit vak gegaan. Niet om rijk te worden, want dat word je niet in het groen. Maar als ik erin mag werken, ben ik al rijk.”